Het begin
|
|
Carl Linnaeus werd geboren als zoon van een tuinier en Lutheraans pastoor in Stenbrohult, Zweden. Van jongs af aan toonde hij een interesse voor planten en hun namen. Hij studeerde medicijnen in Lund en later in Uppsala, waar hij vooral planten verzamelde en bestudeerde. In 1732 ging Linnaeus op een botanische en etnografische expeditie naar Lapland.
In 1735 komt Linnaeus met de boot naar Amsterdam en na een korte stop reist hij door naar Harderwijk waar hij promoveert aan de universiteit, op een theorie over ‘wisselkoortsen’. Dit was een ‘ flitspromotie’. In die tijd is het heel gewoon dat Zweden speciaal naar De Verenigde Nederlanden komen om te promoveren. |
Linnaeus heeft hiervoor zowel een wetenschappelijke, als een persoonlijke, reden. Hij wil nl. graag trouwen, maar zijn toekomstige schoonvader stelt eisen. Deze wil dat Linnaeus binnen drie jaar promoveert en vervolgens een medische praktijk begint, anders komt er geen bruiloft.
Nederland, of de Verenigde Nederlanden, is in die tijd ook een geëigende plek om wetenschappelijke werken te publiceren. Linnaeus heeft bij aankomst het manuscript voor zijn eerste werk Systema Naturae meegenomen en laat het in Leiden lezen aan de botanicus Jan Frederik Gronovius. Gronovius besluit het manuscript op zijn kosten te laten drukken. Verder komt Linnaeus in contact met de Leidse hoogleraar Herman Boerhaave, op dat moment de ‘grand old man’ van de botanie in Nederland. Via Boerhaave komt Linnaeus in contact met een keur aan mensen die, zowel professioneel als particulier, de liefde voor de natuurlijke rijkdom in al haar verschijnselen met Linnaeus delen.
> naar boven
> terug
Naar de Hartecamp
De eerste keer dat Linnaeus het landgoed ‘ De Hartecamp’ bezoekt, op 13 augustus 1735, is hij in gezelschap van Johan Burman.
Linnaeus is erg onder de indruk van de exotische planten en dieren die Clifford om zich heen verzameld heeft. Clifford, op zijn beurt, is erg onder de indruk van de plantenkennis van Linnaeus. Ingefluisterd door Gronovius, denkend dat het zijn eigen idee was, vraagt hij Linnaeus dan ook om bij hem in dienst te komen om zijn enorme collectie planten te beschrijven en te beheren én om als lijfarts over zijn gezondheid te waken. Clifford heeft licht hypochondrische neigingen, en beeldt zich in dat hij allerlei kwalen heeft. Clifford is zeer gecharmeerd van de gedachte twee voor hem zo waardevolle functies in een persoon te kunnen verenigen. Linnaeus werkt dan echter al voor Burman in Amsterdam en hij wil deze niet in de steek laten. Clifford lost dat slim op. Hij geeft Burman een zeldzaam exemplaar van Natural History of Jamaica van Sir Hans Sloane, dat Burman graag wil hebben. Zo wordt Linnaeus geruild voor een boek en wordt hij 5 dagen na zijn eerste bezoek, dus op 18 augustus 1735, aangenomen op de Hartecamp.
> naar boven
> terug
Na de Hartecamp
Linnaeus verblijft tot 7 oktober 1737 op de Hartecamp. De eerste brieven van Clifford, geschreven na zijn vertrek, dateren van 19 oktober 1737.
In 1737 komt zijn boek Hortus Cliffortianus uit, met daarin een beschrijving en classificatie van Clifford's collectie. Na zijn vertrek van de Hartecamp was Linnaeus in eerste instantie van plan direct terug te reizen naar Zweden, om eindelijk te gaan trouwen. In Leiden wordt hij echter overgehaald door Adriaan van Royen om nog de winter daar door te brengen en om de Hortus van Leiden een ander arrangement te geven, naar Linnaeus zijn nieuwe classificatie.
Clifford was enigszins gepikeerd over de gang van zaken. Een brief van zijn hand, gedateerd 23 November 1737, verhaald over zijn gevoelens: ‘citaat'. Om de brief (geschreven in het Nederlands van de 18e eeuw) te lezen, klik hier.
Voor meer informatie over Linaeus, zie links.
> naar boven
> terug
|