Amman, Johann (1707-1741) |
|
Hoogleraar botanie te St. Petersburg, curator van Sloanes Herbarium. Leverancier van 1 collectie (nu in British Museum), waarschijnlijk na het verschijnen van de Hortus Cliffortianus. Linnaeus noemde naar hem het plantengeslacht Ammannia L. 1737: 344 en L. 1753:119.> terug |
Augar, Isaac Eleazar (?-1737) |
|
Arts en verzamelaar, dokter van het ziekenhuis en directeur van de Hortus Medicus in Parimaribo van 1734 tot 1737. > terug |
Banks, sir Joseph (1743 - 1820) |
|
Directeur van de Royal Botanic Gardens Kew en president van de Royal Society. Hij kocht het Clifford-herbarium in 1791. Liet zich bij de koop vertegenwoordigen door de botanicus Sebald Justinus Brugmans te Leiden. Na zijn dood werd de collectie door zijn erfgenaam, Robert Brown, aan het British Museum gegeven. > terug |
Boerhaave, Herman (1668-1738) |
|
Hoogleraar in de theoretische en praktische geneeskunde, scheikunde en plantkunde, en directeur van de Hortus Botanicus te Leiden. Door zijn tijdgenoten en leerlingen werd hij 'praeceptor Europae', leermeester van Europa, genoemd. Een van zijn patiënten was George Clifford, die aan hypochondrie leed. Hij stimuleerde diens interesse in de plantkunde en wisselde planten met hem uit. Boerhaaves handschrift komt voor herbariumvellen in het Clifford-herbarium. De Clifford-collecties waren voor Linnaeus geordend volgens Boerhaave’s Index alter plantarum. Linnaeus noemde naar hem het plantengeslacht Boerhaavia L. 1737: 17, L.1753: 3, Nyctaginaceae. > terug |
Brown, Robert (1773-1858) |
|
Engelse botanicus; bibliothecaris en assistent van sir Joseph Banks. Als wetenschappelijk erfgenaam van Banks kwam hij in het bezit van het Clifford herbarium. In 1827 schonk hij Banks' verzamelingen, met inbegrip van het Clifford-herbarium, aan het British Museum, waar hij benoemd werd tot keeper van de Banksian Botanical Collection. > terug |
Brugmans, Sebald Justinus (1763-1819) |
|
Hoogleraar in de plantkunde en directeur van de Hortus Botanicus te Leiden. Hij was in 1791 tussenpersoon voor de verkoop van het Clifford-herbarium door de erven van Clifford aan Sir Joseph Banks. > terug |
Burman, Johannes (1706-1779) |
|
Hoogleraar in de plantkunde en directeur van de Hortus Botanicus te Amsterdam. Hij raakte bevriend met Linnaeus die hij in 1735 gastvrijheid en toegang tot zijn botanische verzamelingen en bibliotheek bood. Via hem kwam Clifford in contact met Linnaeus. Burman, die goede relaties met de bewindhebbers van de VOC had, droeg met Oostindische planten bij tot het Clifford-herbarium. Burman gebruikte ornamenten in zijn eigen herbarium. Linnaeus noemde naar hem het plantengeslacht Burmannia L. 1737:128, L. 1753:287, Burmanniaceae. > terug |
Burman, Nicolaas Laurens (zoon) |
|
Zoon van de voorgaandeJohannes Burmann en diens opvolger als hoogleraar in de plantkunde en directeur van de Hortus Botanicus te Amsterdam. Evenals zijn vader gebruikte hij ornamenten in zijn herbarium. > terug |
Camp, Hendrik Zeegersz. van de () |
|
Een van de eerste eigenaars van 'De Hartecamp' bij Heemstede, 1662-1666. Hij verbond zijn familienaam met de daar aanwezige herten tot de naam van het landgoed. > terug |
Catesby, Mark (1682-1749) |
|
Engelse natuurhistoricus. Hij ondernam twee grote reizen naar Amerika; hij verbleef in 1726 op de Bahamas. Linnaeus noemde naar hem het plantengeslacht Catesbaea L. 1753:109-110, Rubiaceae. > terug |
Clifford, George (1685-1760) |
|
Amsterdamse bankier en bewindhebber van de VOC. Op zijn buitenplaats ‘De Hartekamp’ te Heemstede bevond zich een prachtige plantentuin, een dierentuin, een fraaie verzameling van gedroogde planten en opgezette dieren, mineralen, alsmede een omvangrijke bibliotheek. Hij huisvestte in 1735-1738 Linnaeus als zijn lijfarts en privé-botanicus op zijn buitenplaats en liet hem zijn omvangrijke verzamelingen ordenen en beschrijven: Musa Cliffortiana (1736), Viridarium Cliffortianum (1737) en Hortus Cliffortianus (1737). Het grootste deel van de annotaties in het Clifford-herbarium zijn in zijn eigen handschrift. Linnaeus noemde naar hem het plantengeslacht Cliffortiana L. 1737:463, t.30-32, L. 1753:1038, Rosaceae. > terug |
Clifford, Pieter
(1712 – 1788) |
|
Oudste zoon van George Clifford, bankier en bewindhebber van de WIC. Hij erfde in 1760 ‘De Hartekamp’, maar niet zijn vaders voorliefde voor planten.
Na zijn dood werd het landgoed geveild op 2 juni 1788, waarschijnlijk mede als gevolg van financiële problemen vanwege het faillissement van het bankiershuis Clifford en Zn. in 1772.
> terug |
Du Bois, Charles (1656-1740) |
|
Hij droeg met een herbariumvel bij tot het Clifford-herbarium (nu in het British Museum), waarschijnlijk toegevoegd na het verschijnen van de Hortus Cliffortianus. > terug |
Ehret, Georg Dionys (1708-1770) |
|
Duits tuinier en botanisch tekenaar. Tijdens een bezoek van een maand aan 'De Hartekamp' maakte hij bijna alle tekeningen voor de Hortus Cliffortianus. Hij ontwierp ook een prachtig schematisch overzicht van het seksuele systeem van Linnaeus. Hierdoor is hij van onschatbare waarde geweest voor de snelle verspreiding van Linnaeus' classificatie. > terug |
Luca Ghini (1500-1566) |
|
Lector in de medische plantkunde te Bologna, later te Pisa en stichter van de eerste botanische tuin ter wereld te Pisa (1543). Voor zover bekend introduceerde hij het gebruik van het herbarium als onderwijsmiddel bij zijn colleges over medische plantkunde. Voor zijn collecties, klik hier. > terug |
Gorter, David de, (1717-1783) |
|
Zoon van Johannes de Gorter, hoogleraar in de plantkunde en directeur van de botanische tuin te Harderwijk. In 1735, toen Linnaeus ter voorbereiding van zijn promotie in de geneeskunde te Harderwijk vertoefde en bij Johannes Gorter zou promoveren, raakte David met hem bevriend; zij botaniseerden samen in de omgeving van Harderwijk. David volgde later zijn vader op als hoogleraar en directeur te Harderwijk. Op zijn herbariumvellen (Nationaal Herbarium Nederland, afd. Leiden) gebruikte hij ornamenten. Linnaeus noemde naar hem het plantengeslacht Gorteria L.1759:1229. > terug |
Gronovius, Jan Frederik (1690 -1762) |
|
Burgemeester van Leiden en curator van de universiteit aldaar. Hij was een leerling van Boerhaave en als amateur-botanicus was hij specialist in Noord-Amerikaanse planten. In zijn herbarium gebruikte hij als ornament het lint met de kwastjes, zie hier . Zijn handschrift komt voor op Clifford-collecties, waaraan hij bijdroeg met planten en zaden uit Virginia. Gronovius financierde mede de publicatie van Linnaeus 'Systema Naturae' (1735). Linnaeus noemde naar hem het plantengeslacht Gronovia L.1737:74, L. 1753:202, Loasaceae. > terug |
Haller, Albrecht von (1707-1777) |
|
Zwitserse arts en botanicus; hij studeerde bij Boerhaave in Leiden. Hoogleraar in de wiskunde en plantkunde te Basel, daarna hoogleraar in de anatomie, chirurgie en plantkunde te Göttingen. In zijn herbarium gebruikte hij ornamenten. Hij droeg met alpiene planten bij tot het Clifford-herbarium; zijn handschrift komt voor op het Clifford-herbarium in het British Museum. Haller was een verklaard tegenstander van Linnaeus' seksuele systeem. Linnaeus noemde naar hem het plantengeslacht Halleria L. 1737:323, L. 1753:625, Scrophulariaceae > terug |
Heniger, Johannes (1941-heden) |
|
Biohistoricus aan de Universiteit Utrecht. Hij publiceerde over de geschiedenis van de plantkunde in de 17e en 18e eeuw in Nederland en zijn koloniën. Samen met D. Onno Wijnands deed hij onderzoek naar het Clifford-herbarium. > terug |
Hinlopen, Johan (1648 – 1709) |
|
Postmeester van het Antwerps Postcomptoir [verantwoordelijk voor exploitatie van
de postroute Amsterdam-Antwerpen]. Hij kocht in
1693 het landgoed 'De Hartecamp', liet er een buitenhuis bouwen, legde een fraaie tuin aan en stichtte een oranjerie. > terug |
Houttuyn, Maarten, (1720-1798) |
|
Arts en natuurhistoricus te Amsterdam. Als particulier legde hij omvangrijke botanische en zoölogische verzamelingen aan die hij gebruikte in zijn befaamde Natuurlijke Historie (1761-1785). In dit werk demonstreerde hij het natuurlijke systeem van Linnaeus. In zijn herbarium gebruikte hij ornamenten. > terug |
Kleynhoff, Christiaan ( -1777) |
|
Arts en botanicus, burgemeester van Culemborg; opperchirurgijn in dienst van de VOC te Batavia; zond als directeur van de Hortus Botanicus aldaar herbariummateriaal naar Burman. > terug |
Linnaeus, Carl (1707-1778) |
|
Voor algemene informatie, zie links. Zijn rol met betrekking tot de Clifford-collecties staat beschreven in de rubriek 'Linnaeus'. Linnaeus noemde naar zichzelf het plantengeslacht Linnaea L. 1737:320, L. 1753:631, Caprifoliaceae. > terug |
Lunsingh Scheurleer,
Theo H.
(1911 - 2002) |
|
Hoofd van de afdeling Beeldhouwkunst en Kunstnijverheid van het Rijksmuseum te Amsterdam (1943 - 1964) en daarna tot 1981 hoogleraar in de geschiedenis van de kunstnijverheid in Leiden. Na overlijden is zijn prentencollectie aangekocht door Museum Boymans van Beuningen in Rotterdam. > terug |
Marot , Daniël (ca. 1663-1752) |
|
Franse ornament graveur, bouwmeester en tuinarchitect. Hij ontwierp onder meer Paleis Het Loo plus een gedeelte van de tuin. Ook was hij in Engeland verantwoordelijk voor delen van de tuinen van Hampton Court en Kensington Palace. Behalve door zijn tuin- en interieurontwerpen, had Daniël Marot invloed door zijn grafisch werk, dat de ornamenten en motieven van zijn stijl hielp verbreiden. > terug |
Meerburgh, Nicolaas (1734-1814) |
|
Tuinier, botanicus en botanisch tekenaar. Hortulanus van de Hortus Botanicus te Leiden onder Adriaan van Royen, David van Royen en Sebald Justinus Brugmans. Hij gebruikte ornamenten op zijn herbariumvellen. > terug |
Miller, Phillip (1691-1771) |
|
Hortulanus van de Hortus Botanicus te Chelsea. Hij verzamelde planten uit alle delen van de wereld en beschreef vele nieuwe soorten. Hij droeg planten en zeer veel zaden uit Zuid-Amerika bij aan het Clifford-herbarium. Een aantal exemplaren van het Clifford-herbarium in het British Museum dragen annotaties in zijn handschrift. Linnaeus noemde naar hem het plantengeslacht Milleria L. 1737:425, L. 1753:919, Asteraceae. > terug |
Nietzel, Dietrich (1703 -1756?) |
|
Hoofdtuinier van de Hartekamp tijdens Linnaeus' zijn verblijf aldaar. Hij werd later op aanbeveling van Linnaeus aangesteld als hortulanus van de universiteitstuin te in Uppsala. > terug |
Portz, Johan Daniel van (1688-1753) |
|
Kolonel van de infanterie in het leger van de Republiek te Leiden. Zijn natuurhistorisch kabinet werd verkocht in Amsterdam op 18 maart 1754. Enkele van deze collecties zijn opgenomen in de Clifford-collectie. > terug |
Röell, Willem (1700-1775) |
|
Hoogleraar in de anatomie te Amsterdam. Hij bezat de buitenplaats 'De Keukenhof' te Lisse, waar hij een botanische verzameling bijeenbracht. Hij droeg met lithophyta (steenplanten) en Afrikaanse zaden bij aan de Clifford-collectie. > terug |
Royen, Adriaan van (1704-1779) |
|
Hoogleraar in de plantkunde en directeur van de Hortus Botanicus te Leiden. Student van Boerhaave. Veel van zijn collecties stammen uit de Leidse Hortus. Tijdens de laatste winter van zijn verblijf (1737) verbleef Linnaeus bij Van Royen in huis. Van Royen’s handschrift komt voor in de Clifford-collectie; een aantal herbariumvellen is voorzien met ornamentale vazen van A. van Royen. Linnaeus noemde naar hem het plantengeslacht Royena L. 1737:149, L.1753:397, Ebenaceae. > terug |
Royen, David van (1727-1799) |
|
Neef en opvolger van Adriaan van Royen, als hoogleraar in de plantkunde en directeur van de Hortus Botanicus te Leiden. Hij erfde de collecties van zijn oom en heeft daaraan zelf weer veel aan toegevoegd. Zijn handschrift komt voor in de Clifford-collectie. > terug |
Schijnvoet, Jacobus (1673-1744) |
|
Graveur en tekenaar te Amsterdam. > terug |
Sherard, William (1659-1728) |
|
Amateur-botanicus, Engels consul te Smyrna; hij bezat een fraaie botanische tuin en een belangrijke botanische verzameling te Eltham. Hij was een persoonlijke vriend van Boerhaave. Ijn zijn herbarium (Oxford) bevinden zich vellen uit de Clifford-collectie. Linnaeus noemde naar hem het plantengeslacht Sherardia L. 1737:33, L.1753:102, Rubiaceae. > terug |
Siegesbeck, Johann Georg (1686-1755) |
|
Pruisisch arts en botanicus, directeur van de botanische tuin te St. Petersburg. Hij droeg met Russische planten bij tot de Clifford-collectie. Hij was aanvankleijk bevriend met Linnaeus, maar leverde later op morele gronden felle kritiek op diens seksuele systeem. Linnaeus noemde naar hem het plantengeslacht Sigesbeckia L. 1737:412, t.23, L. 1753:900, Asteraceae. > terug |
Sloane, sir Hans (1660-1753) |
|
Arts, wetenschapper en verzamelaar. Zijn collecties vormen de basis voor het British Museum; zijn resuachtige herbaria wereden beheerd door Amman. Linnaeus noemde naar hem het plantengeslacht Sloanea L. 1753:512, Elaeocarpaceae. > terug |
Suringar, Willem Frederik Reinier (1832-1898) |
|
Hoogleraar in de plantkunde, directeur van de Hortus Botanicus en directeur van het Rijksherbarium te Leiden. Vermoedelijk diegene die het Clifford-herbarium aan zijn zoon Valckenier Suringar schonk. > terug |
Tournefort, Joseph Pitton de (1656-1708) |
|
Hoogleraar in de plantkunde aan de Jardin des Plantes te Parijs. Hij ontwierp een duidelijk concept van het geslacht (genus) der planten, gebaseerd op bloemkenmerken en propageerde een classificatiesysteem op grond van de vorm en structuur van de bloemkroon. Boerhaave en later Linnaeus namen zijn genus-begrip over. Linnaeus noemde naar hem het plantengeslacht Tournefortia L. 1737:48, L. 1753:1038, Rosaceae. > terug |
Vaillant, Sébastien (1669-1722) |
|
'Démonstrateur des plantes' aan de Jardin des Plantes te Parijs. Hij droeg met een varen bij tot de Clifford-collectie (nu in het British Museum). Bij de opening van de Jardin op een nieuwe locatie (1717) hield Vaillant een geruchtmakende rede, Discours sur la structure des fleurs, waarin hij in analogie met de dierlijke, c.q. menselijke seksualiteit de seksualiteit bij planten aantoonde en Vaillant stelde een classificatiesysteem voor op grond van de aantallen meeldraden en stampers. Boerhaave publiceerde deze rede te Leiden in 1718. Linnaeus werkte Vaillants gedachte uit tot zijn beroemde seksuele systeem. > terug |
Valckenier Suringar, Jan (1864-1932) |
|
Hoogleraar in de plantkunde te Wageningen. Hij ontving vermoedelijk het Clifford-herbarium als geschenk van zijn vader, W.F.R. Suringar, toen directeur van het Rijksherbarium te Leiden. Zijn handschrift komt veelvuldig voor in de Clifford-collectie. > terug |
Wandelaar, Jan (1690-1759) |
|
Graveur en tekenaar te Leiden. Hij graveerde de platen in de Hortus Cliffortianus, veelal naar de tekeningen van Ehret, maar ook een aantal van hemzelf. Hij vervaardigde ook de zeer fraaie ‘frontipiece’ van de Hortus Cliffortianus. > terug |
Wijnands, D. Onno (1945-1993) |
|
Directeur van de Botanische Tuinen te Wageningen. Als klassiek plantensystematicus had hij grote belangstelling voor de geschiedenis van de plantenkunde. Samen met J. Heniger deed hij onderzoek naar het Clifford-herbarium. > terug |
|
|